Het woord passie wordt vaak gebruikt als een toverwoord, alsof er wonderen gaan gebeuren als je eenmaal je passie hebt ontdekt. Om succes te hebben is meer nodig dan alleen passie, namelijk ook kwaliteit. Je kunt passie hebben voor schilderen, maar dat maakt je nog geen Picasso. Zelf kwam ik op de middelbare school in aanraking met allerlei balsporten. Ik was een uitblinker en een topper in spé met handballen. Mijn docenten lichamelijke opvoeding adviseerden mij om te gaan trainen bij de topclub Sittardia. Echter, mijn passie lag bij voetbal en later bij tennis. Twee sporten waar ik aardig in mee kon komen, maar de kwaliteit miste om de top te halen. Misschien gaat dit ook op voor de momenteel zo verguisde Mo Ihattaren. Hij maakte op 16-jarige leeftijd in 2019 zijn debuut bij PSV en speelde vier interlands. Hij werd gezien als een van de grootste talenten van de laatste jaren en men voorspelde hem een gouden toekomst. Hij tekende een lucratief contract bij PSV. Maar daarna ging er veel fout. Hij toonde geen profmentaliteit en was onhandelbaar. Ten einde raad verkocht PSV hem aan Juventus, dat hem uitleende aan Sampdoria. Na wekenlang zoek te zijn geweest traint hij sinds kort op het terrein van Elinkwijk in Utrecht. Geldt voor Mo dat hij wel de kwaliteiten heeft om een topper te worden, maar de passie mist om als een prof te leven? De tijd zal het leren en zolang moeten we deze jongen met rust laten en hem niet continu in de pers neersabelen.
Bij sportmensen zie je dat als kwaliteit en passie samengaan ze het lang kunnen volhouden. De 74-jarige Dick Advocaat is hier een voorbeeld van. Hij is lang doorgegaan als voetballer en was tot voor kort bondscoach van het nationaal elftal van Irak. Guus Hiddink, die net 75 jaar is geworden, kreeg van vele mensen het advies om maar te gaan genieten. Maar hij heeft altijd genoten en zet nog steeds geen punt achter zijn voetballeven. Hij zegt in Voetbal International: “Voetbal is onderdeel van mijn leven en dat zal altijd zo blijven”.
De inmiddels overleden rijke Fransman Bernard Tapie was eigenaar van Olympique Marseille. Zijn grootste wens was om de Champions League te winnen. Daarvoor had hij een topcoach nodig en hij koos voor de 71-jarige Belg Raymond Goethals. De filosofie van Goethals luidde als volgt: “Een elftal is zoals een circus. Je hebt een directeur, een orkestleider, beestentemmers, jongleurs, trapezisten, clowns en acrobaten. Als iedereen zich aan zijn rol houdt, loopt alles gesmeerd. Maar laat de trapezisten niet in de leeuwenkooi los en laat de jongleur het orkest niet dirigeren of het loopt fout. Hetzelfde geldt voor een ploeg. Maak er geen potje van. Laat iedereen doen waar hij goed in is. Speel iedereen uit op zijn kwaliteiten en verdoezel zijn gebreken”. Tapie had het goed gezien. Olympique Marseille won in 1993 de Champions League door het grote AC Milan met Van Basten, Gullit en Rijkaard met 1-0 te verslaan. Op de Belgische televisie vroeg een journalist hem of hij nog andere passies had dan voetbal. Hij antwoordde: “Zonder voetbal is d’r niks”. Passie en kwaliteit voor alléén voetbal volstaat blijkbaar voor een gelukkig leven.
1977 links Goethals met Arie Haan foto Hans Peters – Anefo