Op 4 mei was ik bij de Nationale Sportherdenking om de overleden voetballers in de Tweede Wereldoorlog te herdenken. De passievolle sporthistoricus Jurryt van de Vooren presenteerde deze dag. Hij heeft veel onderzoek gedaan naar de overleden sporthelden. Op de KNVB campus in Zeist staat het oorlogsmonument ter nagedachtenis aan de 2.212 omgekomen voetballers in de Tweede Wereldoorlog. Jurryt heeft er inmiddels nog ca. 500 aan toegevoegd. Bondscoach Louis van Gaal was een van de aanwezigen die warme woorden sprak en een krans legde bij het beeld van Prometheus dat in 1947 werd onthuld en het oorlogsmonument is voor omgekomen sportmensen in de Tweede Wereldoorlog. Ik kreeg de gelegenheid om Louis van Gaal enkele vragen te stellen. Hij is geboren in 1951 in een kinderrijk gezin. Tijdens de oorlog waren er reeds zes kinderen. Hij vertelde dat zijn vader helemaal naar Brabant ging om daar bij de boer voedsel bij elkaar te sprokkelen voor zijn gezin. Gelukkig trof hij vele behulpzame Brabantse boeren! Hij vindt herdenken belangrijk om te leren van het verleden.. “Het is bizar hoe wij hier gewoon verder leven terwijl in de Oekraïne mensen vechten voor hun leven. Altijd staat er wel een gek op die een oorlog ontketent. Herdenken doet van Gaal ook voor zijn dierbaren onder meer door iedere dag stil te staan bij het overlijden van zijn eerste vrouw”.

De ook aanwezige uit Oekraïne afkomstige oud-profvoetballer Levchenko leeft tussen twee werelden: hij fietst door het zonnige en mooie Amsterdam naar de herdenking terwijl tegelijkertijd op twee uur vliegen van Amsterdam jonge voetbalhelden hun leven laten voor hun en onze vrijheid. “Besef dat vrijheid en democratie niet vanzelfsprekend zijn”, zegt hij.

De Amsterdamse wethouder van sport Simone Kukenheim sprak ook rake woorden. Zij vertelde over de Amsterdamse voetbalclub de Volewijckers die in 1944 kampioen van Nederland werd. Honderden onderduikers en de Volewijckers supporters waagden hun leven om getuige  te zijn van de kampioenswedstrijd tussen hun club en Heerenveen in het Olympisch stadion. Na het behalen van de titel trokken de supporters in een feestelijke stoet door Amsterdam. Een Amsterdam waar in de oorlog tienduizenden Joden zijn getransporteerd naar Auschwitz, Sobibor etc!. Ze wees erop dat in de Oekraïne bij het uitbreken van de oorlog de voetbalcompetitie meteen is stilgelegd en liet toen een gevoelige stilte vallen.

Op deze dag hoorde ik ontroerende verhalen. Eén verhaal sprong eruit. Het gaat over Willem Kel, doelman van de voetbalclub MSC uit Meppel. Hij was smoorverliefd op Carla de Leeuw, een Joods meisje en hij besloot, ofschoon hij zelf geen Jood was, uit solidariteit met haar ook een Jodenster te gaan dragen. Carla kwam terecht in kamp Westerbork, het laatste station van waaruit de dodentreinen vertrokken naar de vernietigingskampen. Willem hoorde dat Carla was geselecteerd voor het transport naar de dood. Meteen pakte hij zijn fiets en reed naar Westerbork. Verblind door zijn liefde en wanhoop klom hij over het hek en sloot zich aan bij Carla die stond te wachten op het vertrek  van de trein. Zijn familie ontving een briefje dat hij uit de trein had gegooid met de woorden: “Willem mee”. Willem en Carla hebben ze nooit meer gezien in Meppel.

Zeer zinvol zo’n Sportherdenking.  Laten we de duizenden verhalen van al deze gewone mensen zoals Willem Kel vooral verder vertellen!

foto Orhan Sahin – Comité Nationale Sportherdenking

author image

About Math Teeuwen

You Might Also Like...