Wielrennen is een sport met vele vermakelijke verhalen. In mijn sportbibliotheek kwam ik de biografie tegen van Maarten Ducrot: “Wie de trui past, trekke hem aan”. Een boek vol hilarische verhalen, waarbij je regelmatig in de lach schiet. Maarten Ducrot is tegenwoordig  bekend als wielrencommentator bij klassiekers, Tour de France etc. Hij was student psychologie en werd in 1982 wereldkampioen ploegentijdrit bij de amateurs. In 1985 begon hij zijn profloopbaan bij de Kwantumploeg van Jan Raas. Jan Raas was met knallende ruzie vertrokken bij de Raleighploeg van Peter Post en was zeer rancuneus tegenover Post. Bij de Kwantumploeg had hij een soort dubbelfunctie: Hij was kopman en later ploegleider. Maarten kwam in een cultuur terecht die totaal anders was dan hij gewend was in zijn studententijd, hij viel van de ene verbazing in de andere. Omdat hij broodmager was werd hij de “Koning van Biafra” genoemd. In de Tour van 1985 won hij de negende etappe en dat was zijn grootste triomf.

In een persoonlijk gesprek met mij  vertelt hij hoe hij er snel achter kwam dat een échte prof uitgaat van het principe: “Ik lijd, dus ik besta . Als het geen pijn heeft gedaan is het niet de moeite waard”. De winst in de Touretappe kwam tot stand terwijl hij in een kopgroep reed met vijf renners. Hij vond het al geweldig dat hij in de kopgroep zat en zwaaide naar de camera. Het ontbrak er alleen nog maar aan dat hij niet de microfoon vroeg van de reporter om het thuisfront te begroeten. Toen Raas dit zag ergerde hij zich kapot. Hij ging snel met zijn ploegleidersauto langs de kopgroep rijden en riep: “Als je verdomme niet maakt dat je gaat demarreren dan …! Maarten heeft aan Raas beloofd dat hij nooit verder zou vertellen wat toen gezegd werd. Maar het resultaat mocht er zijn: Maarten won de etappe.

In het jaar 1985 gingen in de bekende klassieker de “ De Omloop van het Volk” de snelle Belgische sprinter Eddy Planckaert en Jacques Hanegraaf alleen op de finish af. Raas zag met lede ogen aan hoe  Planckaert, die in de ploeg van vijand Post reed, zijn Kwantumrenner Jacques Hanegraaf in de sprint versloeg. Toen Maarten in het hotel kwam was hij er getuige van dat Raas letterlijk de hotelkamer sloopte om zijn woede te koelen. Hanegraaf merkte nog voorzichtig op dat hij nu eenmaal niet opgewassen was tegen een sprinter als Planckaert. Maar met deze opmerking gooide hij nog meer olie op het vuur en Raas sloopte zelfs de gordijnen van het plafond.

 De tijdsgeest was toen dat de wielrenwereld een gesloten bubbel was, waardoor dit soort zaken binnenskamers bleven. Maarten: “Nu ligt alles meteen op straat”. 

Vijf keer reed hij mee in de Tour de France. Het jaar 1985, waarin hij een etappe won, werd hij tevens gekozen tot strijdlustigste renner in de Tour. Hij heeft zich vaak afgevraagd waarom hij maar één van de 105 etappes gewonnen heeft. Zijn conclusie is dat hij bij zijn eerste etappewinst onbevangen was. In feite was er toen sprake van juiste harmonie tussen spanning en ontspanning, wat een voorwaarde is voor een topprestatie. Maarten zegt nu: Ik wilde te graag”. 

Een wijze les: Met te graag willen bereik je niet wat je wil!

1978 Jan Raas foto Rob Croes – Anefo

author image

About Math Teeuwen

You Might Also Like...