Feyenoord speelde op woensdag 25 mei in Tirana de Conference League finale tegen AS Roma. Nooit is er zo’n mediahype geweest voor een voetbalwedstrijd. Het gaat om de Cup na de Champions League en de Europa League, dus in feite de derde Europa Cup. Schitterend dat Feyenoord dit met goed voetbal heeft bereikt en het is het legioen van harte gegund. Maar de mediahype is enkel te verklaren door de rol van de sociale media die een wedstrijd kunnen opkloppen naar een event van bovenaards belang.
Duiken we in de historie van Feyenoord, dan refereer ik aan de sporthistoricus Jurryt van de Vooren die met de volgende cijfers kwam: in 1961 werd Feyenoord voor het eerst kampioen van de eredivisie, gevolgd door de kampioenschappen van ’62, ’65 en ’69. Steeds stonden er zo’n honderd tot tweehonderd supporters op de Coolsingel bij het bezoek van het Feyenoord team aan de burgemeester. De burgemeester moest zelfs tegen de spelers zeggen: “kom even op het bordes en zwaai naar de supporters!”. In 1970 wint het beste Feyenoord team aller tijden de Europa Cup 1 en stonden er tweehonderdduizend mensen op de Coolsingel! Dit was het effect van de televisie. Iedereen kon thuis meegenieten en besefte tevens dat Feyenoord een unieke prestatie leverde door als eerste Nederlandse club de Europa Cup 1 (nu Champions League) te winnen. De wereldsterren Van Hanegem, Israël en Moulijn en de beste Feyenoord coach aller tijden Ernst Happel werden hartstochtelijk toegejuicht.
Terug naar Feyenoord – AS Roma. Feyenoord stond bij rust met 1-0 achter en je verwacht in de tweede helft dat de geest van Ernst Happel over het team komt en dat we een Feyenoord zien dat met lef ten aanval trekt en tot het randje gaat. Echter, het leek wel alsof de Feyenoord spelers zo geïmponeerd waren door hun tegenstander dat ze als makke schapen met teveel wol over het veld liepen. Bekijk je de beelden van het Feyenoord team uit 1970 dat tegen Celtic met een 2-1 winst de Europacup veroverde, dan zien we een team dat met zoveel zelfvertrouwen speelt dat ze uitstraalden dat ze de beste van de wereld waren. En dat was ook zo. Coach Ernst Happel hield steeds een korte wedstrijd bespreking van vijf tot tien minuten waarin hij de tactiek besprak en de zwakke punten van de tegenstanders beschreef. Hij had altijd gelijk! Hij gaf de spelers het vertrouwen dat ze zouden winnen. Een typerende anekdote is dat in de eerste wedstrijd van de Europacup reeks tegen AC Milan Ernst Happel tegen Wim Jansen zei: “Rivera”. Wim wist genoeg: Rivera kreeg geen bal. Spelers als Van Hanegem, Israëls en Laseroms speelden zelfs harder dan de Italianen gewend
waren. Een anekdote van Van Hanegem ter illustratie: In een wedstrijd tegen PSV gaf hij de PSV rechtsbuiten, de Deen Bent Schmidt Hansen, een elleboogstoot. Bent Schmidt Hansen vroeg: “Wat doe je nu?” Van Hanegem: “Of heb je liever dat ik in je been bijt?
Zelfvertrouwen en de grenzen opzoeken zijn een absolute voorwaarde voor een topprestatie. Als Feyenoord de lijn van afgelopen jaar doortrekt en daar lef en “bikkelen” aan toevoegt, kan het een prachtig nieuw seizoen worden voor het hondstrouwe legioen.
foto 1961 Feyenoord kampioen /Jan Klaassen/ foto Wim van Rossem /Anefo.