Vanuit de historie is Nederland een land dat groot is geworden omdat we openstonden voor de invloed van andere culturen en beseften dat we hier sterker van werden. De gouden kleur van de gouden eeuw is mogelijk geworden omdat wij mensen met ondernemersgeest en innovatiekracht gastvrij ontvingen. Onder meer gevluchte joden uit heel Europa en Franse Hugenoten konden zich hier vestigen en hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de ‘goudeneeuwse’ successen. De fraaie Amsterdamse binnenstad getuigt hiervan en is zelfs eeuwen later een toeristische attractie die veel geld oplevert. Kijken we naar het Nederlands elftal dat recent met 6-1 van Turkije won, dan zien we dat 50% van de veldspelers hun roots buiten Nederland hebben namelijk: Dumfries, Van Dijk, Wijnaldum, Depay en Bergwijn. Het Nederlands elftal dat in 1988 Europees kampioen werd had dit succes mede te danken aan de wereldklasse spelers Rijkaard, Gullit en de klasbak Vanenburg, allemaal met Surinaamse roots.

De” kleur” kwam  het Nederlands voetbal binnen door de in Suriname wonende Nederlandse dominee Nico Graafland, die een groot voetballiefhebber was. Hij schreef een brief aan zijn neef in Utrecht die een supporter was van de Utrechtse eredivisieclub Elinkwijk. Hij bewierookte  in deze brief de voor de Surinaamse kampioen Robin Hood spelende stopperspil Humphrey Mijnals. Het bestuur van Elinkwijk rook zijn kansen en in 1956 maakte Humphrey Mijnals zijn debuut tegen Sparta. Het werd een grote teleurstelling, omdat de temperatuur van tien graden boven nul voor hem als Siberisch koud aanvoelde. Hij droeg wollen handschoenen, een muts en een trui onder zijn shirt. Een supporter van Elinkwijk riep: “Een postzegel van 15 cent op zijn  kont en meteen terugsturen naar Suriname”.

Gelukkig had het Elinkwijk bestuur geduld en bleek Humphrey van zo’n grote klasse dat hij in 1960 zijn debuut maakte in het Nederlands elftal in de met 4-2 gewonnen wedstrijd tegen Bulgarije. Hij speelde een goede wedstrijd en was meteen de favoriet van het publiek. Een andere Utrechter, DOS- spits Tonny van der Linden, scoorde drie keer. Beroemd is de foto (zie hieronder) waarop we zien dat de acrobatische en atletische Humphrey achterover hangend door de lucht vliegt en zo een doelpunt voorkomt. De op de grond zittende keeper Frans de Munck hoefde de bal niet uit het net te halen. Van het team uit 1960 zijn nu nog enkele spelers in leven waaronder de beste NAC speler aller tijden: Kees Rijvers. Kees herinnert zich Mijnals als een zeer goede stopperspil en een bijzonder vriendelijke man. “Hij lag meteen goed in de groep. Hij was technisch goed en sterk in de duels. We waren die dag in bloedvorm en wonnen verdiend van de sterke Bulgaren “. Door een conflict met bondscoach Schwartz, die hem had beloofd dat hij in de wedstrijd tegen Suriname in Paramaribo zou meespelen en hem slechts liet invallen, besloot Humphrey na drie interlands te stoppen met het Nederlands elftal’.

We omarmen onze kleurrijke voetballers. Moeten we ook niet meer onze kleurrijke immigranten omarmen waar veel talenten tussen zitten die graag aan de slag gaan om het enorme personeelstekort te verminderen? Wat meer kleur op de werkvloer maakt onze economie krachtiger. Onze voetballers geven het juiste voorbeeld.

Als je met Covid op de IC ligt, zie je liever een frisse Ethiopische verpleegkundige, dan een Nederlandse die door de vele overuren oververmoeid is.

1960 Humphrey Mijnals – foto Harry Pot – Anefo 

author image

About Math Teeuwen

You Might Also Like...